Donker naaldhoutbos.
Donker naaldhoutbos. Foto: Poul Hulzink
Column GNR

Sprookjesbos

Natuur en Milieu

De helft van de natuurgebieden van het Goois Natuurreservaat bestaat uit bos. Een aanzienlijk deel hiervan is tussen 1930 en 1960 aangeplant met de bedoeling het hout te gaan gebruiken in de mijnbouw en voor de productie van papier. Een erfenis dus van één van de doelen waarmee onze voorouders destijds het land benutten.

In de loop van de tijd zijn deze (naald)bomen vaak dunne sprietjes geworden die dicht op elkaar staan en de hoogte in gaan. De biodiversiteit van deze bossen is dan ook laag: er komen maar weinig soorten in voor. Door de klimaatverandering zijn dit soort bossen gevoeliger voor extreme weersomstandigheden, ziekten en plagen. We willen de structuur en biodiversiteit verhogen. Een bos met meer lagen en meer boomsoorten, struiken, kruiden, planten, insecten, vogels en andere fauna is beter bestand tegen extremen en geeft een rijkere biodiversiteit. 

Door op een aantal plekken in te grijpen sturen we het bos de goede kant op. Dat herhalen we ongeveer vijfjaarlijks zodat we over twintig tot dertig jaar bos hebben dat op zichzelf verder kan. Na een aantal ingrepen over zo’n tijdsperiode ontstaat namelijk bos waar je in de toekomst niets meer aan hoeft te doen en daarnaast blijft een deel van dit bos zoals het nu is, ter afwisseling. 

Donker naaldhoutbos met mos als onderbegroeiing heeft ook zo z’n charme en doet voor mij zelfs sprookjesachtig aan. Onze voorouders konden daar natuurlijk al die goede volksverhalen bij bedenken!

Dirk Mulderij, boswachter

Foto: Bart Siebelink