Politieke keuzes houden
jongerenoverlast in stand
HILVERSUM Op het oppervlak is jongerenoverlast waarneembaar. In deze coronatijden zelfs meer dan ooit, zo meldde het college van burgemeester en wethouders deze week. Dat komt ook omdat, en dat is wat er ondergronds gebeurt of eigenlijk niet gebeurt, doordat de gemeente geen aandacht heeft voor de jeugd. En dat is een politieke keuze.
Vooropgesteld, wat er in Kerkelanden is gebeurd, is absoluut niet goed te praten. De maandenlange terreur van een groep jongeren is onacceptabel. Punt uit. Dit artikel gaat erover dat de gemeente steeds structurele brandjes moet blussen omdat zij jongeren links laten liggen. Het is een groep Hilversummers die altijd als lastig wordt neergezet, maar waar nauwelijks in geïnvesteerd wordt. Dat betekent bijvoorbeeld een slecht sociaal netwerk zoals begeleiding, toezicht of jongerenwerk (waar de gemeente op beknibbelt). Er zijn geen voorzieningen voor ze en dus zijn er nergens plekken waar ze terecht kunnen. In het Hilversumse raadhuis reageren ze liever dan dat ze ageren.
Laten we eerlijk zijn: het is niet voor het eerst dat er sprake is van jongerenoverlast in Kerkelanden. In 2017 ging de jongerencontainer op de Diependaalselaan nabij het circusterrein enige tijd dicht na incidenten. Twee jaar later loeide de discussie over deze plek opnieuw op, nadat een brand grote schade had berokkend aan de nabijgelegen moestuinen van Skip Valley. Daarnaast heeft burgemeester Pieter Broertjes jaren terug al verklaard dat er een grote groep jongeren door Hilversum trekt. Ze kunnen en mogen ook nergens terecht en daarbij is bekend dat Kerkelanden een populaire verzamelplaats is voor hen. De zorgen over meer jeugdoverlast zijn er al jaren, maar een adequaat antwoord blijft uit. Is voorkomen beter dan genezen? Ofwel beter investeren dan continu brandjes moeten blussen?
Nu de overlast in Kerkelanden tot buitengewone proporties is gestegen - waar eerder ingegrepen had moeten worden, verklaarde Broertjes al - wordt er veel gewezen naar de groep uit Oost. VVD-raadslid Ruud Verkuijlen noemt deze jongeren expliciet in zijn blog van eind april als hij schrijft over de problemen in Zuid-West. Een groep die al jaren als heel lastig wordt ervaren, maar al een aantal jaar goed in het zicht was en in contact stond met de jongerencoaches van Stichting Fit In. Dat toezicht is verdwenen omdat hun subsidie per 2020 is stopgezet. De jongerencoaches van deze stichting, die er eind 2019 nog alles aan hebben gedaan om hun financiële steun te behouden, hadden het vertrouwen van deze jongeren. Groot voordeel was dat zij uit de wijk zelf komen, de jongerencultuur snappen, de jongeren kennen en zelf een rolmodel zijn. Daarmee is niet gezegd dat het personeel van Versa Welzijn ongeschikt is, maar die moeten een band opbouwen met hen en dat kost veel tijd. Zoiets is niet zomaar bewerkstelligd. En dat die relatie er niet is, bleek maandag wel uit de antwoorden van het college op artikel-41-vragen van Hart voor Hilversum. De niet-Kerkelanders 'reageren negatief richting de jongerenwerkers', die dan ook minder grip hebben op deze groep.
Maar was het niet dit college dat het niet nodig vond enkele tienduizenden euro's per jaar uit te trekken voor Fit In? Al het welzijnsgeld moet naar Versa. Dat is gebeurd, maar die kreeg op zijn beurt weer 300.000 euro minder dan zij nodig heeft: geen 4,6 miljoen maar 4,3 miljoen euro per jaar. "Om een prikkel in te bouwen voor efficiëntie", was de uitleg. Begin december 2019 gaf Anita Keita, directeur van Versa Welzijn, al aan dat deze bezuiniging negatieve gevolgen had voor het jongerenwerk in het centrum, de Meent, Hilversum-Zuid en - let op - Zuid-West (Kerkelanden).
De burgemeester had een aantal jaar terug zichzelf een missie gesteld: een hangplek voor de jongeren (in Oost) realiseren. Dat is een onmogelijke missie gebleken. Geen enkele plek, waaronder de Anton Philipsweg, kon namelijk rekenen op draagvlak van omwonenden. De discussie is inmiddels compleet verstomd. En zo lijken jongeren politiek gezien eerder een veiligheidsprobleem dan een welzijnsissue.
Steeds moet de gemeente weer structurele brandjes blussen